- João José Bahia arriveerde ergens in de jaren tachtig in de haven van Rotterdam, als zeeman op een Braziliaans vrachtschip. Hij vertrok na een paar dagen weer, toen het werk er opzat. Op naar de volgende bestemming.
Zijn zoon spreekt inmiddels behoorlijk Nederlands en hij lust hutspot met draadjesvlees. André Bahia Santos Viana kwam in 2004 naar Rotterdam en hij ging er nooit meer weg. Vijf seizoenen al is de verdediger uit Rio de Janeiro een vaste waarde bij Feyenoord. Niemand uit de huidige selectie speelt langer in de Kuip dan Bahia.
,,Toen ik hier vijf jaar geleden kwam, had ik nooit kunnen denken dat ik zo lang zou blijven,’’ zegt de Braziliaanse verdediger. ,,Het is een beetje vanzelf gegaan. Er is van alles gebeurd in de tussentijd, spelers kwamen en vertrokken, maar ik ben alleen maar meer van Feyenoord gaan houden.’’
De Rotterdamse club veroverde een plek in zijn hart, pal naast Clube de Regatas do Flamengo. De roemruchte Braziliaanse club waar hij vanaf zijn twaalfde speelde, volgt hij nog altijd via de satelliet. ,,Zondag spelen ze een belangrijke wedstrijd tegen Botafogo,’’ weet Bahia. ,,Ik zal altijd supporter blijven van Flamengo. Het is de club waarmee ik ben opgegroeid. Als ik in Rio ben, probeer ik altijd even langs te gaan. In Maracanã, of op het trainingscomplex.’’
In Rotterdam overleefde hij scepsis en kritiek. Zelden was Bahia helemaal onomstreden bij de aanhang van Feyenoord, maar bijna geruisloos veroverde hij zijn eigen plek. En langzaam groeide de waardering. De laatste weken speelt de Braziliaan zó goed, dat trainer Leon Vlemmings hem aanprees als ‘de stille kracht achter onze opmars’. Een baken van rust.
Zijn rol is wat anders dan hij onder Gertjan Verbeek en Bert van Marwijk gewend was. Bahia fungeert in het Feyenoord van nu als een pure mandekker, de speler die zich specifiek vastbijt in de spits. Met de opbouw hoeft hij zich minder te bemoeien dan voorheen.
,,Mijn kwaliteiten komen op deze manier het best tot hun recht,’’ weet Bahia. ,,Ik mag nu doen wat me het beste ligt. Mijn vorige trainers wilden dat ik mijn spel ontwikkelde, door me meer met de opbouw te bemoeien. Dat wilde ik zelf ook wel, maar ik denk dat dit voor het team het beste is.’’
Vlemmings schaart hem onder de beste mandekkers van Nederland. ,,Misschien wel de allerbeste,’’ zegt de coach. ,,Ik zou althans zo gauw geen betere weten.’’ Bahia glimlacht bij het compliment en leunt iets achterover. ,,Het is mooi dat de trainer dat zegt, maar een rol speelt misschien ook dat er in Nederland weinig spelers zijn die spelen zoals ik. Hier wordt altijd méér verwacht van een verdediger. Echte mandekkers heb je in Nederland weinig.’’
Ieder jaar boekte hij vooruitgang, vooral door goed te kijken en te luisteren. Iedereen die met hem heeft gewerkt, omschrijft Bahia als een voorbeeldprof. Leergierig, betrouwbaar en – tegen de Braziliaanse stijl in – altijd op tijd. ,,Als iemand in Brazilië tegen je zegt dat we binnenkort wat gaan eten, dan is het maar de vraag of het er ooit van komt,’’ aldus Bahia. ,,In Nederland is een afspraak een afspraak. Als persoon ligt me dat beter. Ik ben zelf eigenlijk ook altijd zo geweest.’’
Nooit raakte hij echt onder de indruk van de voortdurende onrust bij Feyenoord, die er de laatste jaren eigenlijk altijd wel was. ,,Ik ben van nature rustig en geduldig,’’ zegt Bahia. ,,En het Braziliaanse voetbal is veel chaotischer. Clubs kunnen daar vaak maanden geen salarissen betalen. Er zijn voortdurend problemen met supporters en spelers gaan er nog veel sneller weg dan in Nederland. Vaak na één seizoen in de basis al. Wat dat betreft valt het bij Feyenoord allemaal wel mee.’’
Als kind had hij het betrekkelijk goed. Het geld lag niet voor het oprapen, maar honger heeft Bahia nooit gehad. Na jaren als zeeman te hebben gewerkt, begon vader João José een handeltje in zelfgemaakte lasagne. Later kwam daar een lingeriewinkeltje bij. ,,Nee, lingerie en lasagne verkopen mijn ouders niet meer,’’ zegt Bahia. ,,Ik ben blij dat ik ze kan helpen bij een wat zorgelozer, rustiger leven. Al zal dat nooit in verhouding staan tot wat ik van hen heb gekregen. Zij hebben mij gemaakt tot wat en wie ik ben.’’
Spelend met zijn zoontje Davi, gisteren twee geworden, denkt Bahia vaak aan het geluk dat hij in Europa vond. ,,Davi heeft zoveel meer kansen dan de meeste Braziliaanse kinderen,’’ zegt Bahia. ,,Ik had het daar pas over met Henrique, een vriend van me die bij Girondins Bordeaux speelt. Hij heeft ook een zoon. Straks gaan onze kinderen in Europa naar school, leren twee talen en groeien op in een veilige omgeving. Zulke dingen zijn onbetaalbaar.’’
Een langer verblijf bij Feyenoord ziet hij best zitten. ,,Waarom niet? Ik heb het hier goed, altijd gehad. Deze club heeft me geholpen naam te maken als voetballer. Als mensen mij kennen, dan weten ze dat ik André Bahia ben van Feyenoord. Daar ben ik trots op.
,,Natuurlijk mis ik Brazilië wel eens. Als ik terugga voor een vakantie, organiseer ik vaak eerst een barbecue voor vrienden en familie. En het strand van Barra, niet ver van waar ik woon in Rio, is één van de mooiste plekken die er zijn. Maar ik kan altijd nog terug en voorlopig ben ik hier nog niet klaar. Als ik over de Erasmusbrug rijd en ik zie de skyline van Rotterdam, liefst in het donker, dan voel ik me hier ook thuis.’’
zie ook: